We meten de stroomsterkte met een ampèremeter. De ampèremeter sluit je in serie met het onderdeel waar je de stroomsterkte van wilt meten. Dit doe je door aan één kant van het onderdeel de draden los te halen en de ampèremeter hiertussen te voegen. In de onderstaande animaties kan je zien hoe dit moet:
We meten de spanning met een voltmeter. De voltmeter sluit je parallel aan over het onderdeel waar je de spanning van wilt meten. Dit doe je door de voltmeter aan beide kanten van een onderdeel aan te sluiten:
➍ In sommige gevallen worden voltmeters niet direct over één onderdeel aangesloten. In dat geval is het belangrijk dat we iets beter begrijpen wat een voltmeter precies meet. In de volgende afbeelding zien we in rood aangegeven hoeveel volt een lading op verschillende plekken nog over heeft. Als we een voltmeter op twee plekken aansluiten, dan meten we het verschil tussen de spanning op deze twee punten (zie de tweede afbeelding). De linker voltmeter zit bijvoorbeeld tussen een spanning van 4V en een spanning van 12V in. De voltmeter geeft daarom dus 12 - 4 = 8V aan. Bij de rechter voltmeter is de spanning aan beide uiteinden 12V. De voltmeter geeft hier dus 12 -12 = 0V aan.