Als afsluiter van dit hoofdstuk bestuderen we de
valbeweging. In eerste instantie bestuderen we de
vrije val.
Dit is een val waarbij het voorwerp ongehinderd kan vallen. De luchtwrijvingskracht is in dit geval dus niet aanwezig of
verwaarloosbaar klein (hetgeen betekent dat het effect ervan zo klein is dat het de beweging niet significant beïnvloedt).
Hieronder zien we een v,t-diagram van een vrije val. Zoals je ziet hebben we hier te maken met een
eenparige versnelling. Een nauwkeurige aflezing van dit diagram geeft ons:
$$ a = \frac{\Delta v}{\Delta t} $$
$$\frac{49,05}{5,00} = 9,81 m/s^2 $$
Deze versnelling is hetzelfde voor alle voorwerpen die vrij vallen. We noemen deze versnelling daarom ook wel de
valversnelling (
g). De waarde van deze versnelling wil je uit het hoofd kennen:
$$ g = 9,81 m/s^2 $$
Merk ook op in de bovenstaande grafiek dat de snelheid op tijdstip t=0 gelijk is aan nul. De versnelling is echter zelfs op dit moment al g=9,81 m/s
2.
In het volgende v,t-diagram zien we een val waarbij de luchtwrijvingskracht
wel een significante rol speelt. Zoals je kunt zien wordt de versnelling langzaam
kleiner. Alleen op tijdstip t=0s is de versnelling nog gelijk aan de valversnelling (g).
Dit komt omdat de snelheid op dit moment nul is en daardoor de luchtwrijvingskracht
ook gelijk is aan nul. Als we op dit tijdstip dus een raaklijn tekenen, dan vinden we
dus alsnog de valversnelling g terug (zie het onderstaande diagram).